AD.nl: Bij megaklus A16 gaan machines aan de stekker
De aanleg van de A16 Rotterdam is al een technisch huzarenstukje, maar Rijkswaterstaat wil ook nog zoveel mogelijk werken zonder uitstoot van schadelijke stoffen.
In 2030 moeten alle bouwplaatsen ‘emissieloos’ zijn, maar met dit mega-project zijn ze al een flink eind op weg. Zelfs voor Rotterdammers, die in de stad toch heel wat gewend zijn op het gebied van heftige hoogbouw, de aanleg van bruggen en ondergrondse verbindingen, is het aanbrengen van zo’n 11 kilometer lange link tussen het Terbregseplein en de A13 bij Rotter- dam The Hague Airport een karweitje waar je u tegen zegt. Alles wat ze bij Rijkswaterstaat uit de kast kunnen trekken, wordt hier op de mat gelegd.
Opwarming
In een tijd dat Jan en alleman overloopt van de zorgen over het milieu, en de rol die de uitstoot van allerlei onhebbelijke stoffen daarbij speelt, is dat bij het project A16 Rotterdam eveneens een bepalende factor. Want je hoeft tegenwoordig maar even heel hard ‘stikstof’ te roepen, en ook bij Rijkswaterstaat duiken ze subiet onder de bureaus. Schoon werken is het credo, waarbij de handjes en de bandjes best vuil mogen worden, maar de lucht niet. Het is duurzaamheid en elektrificatie wat de klok slaat. Sjoerd Gijezen, manager duurzaamheid bij het bouwconsortium De Groene Boog, legt uit, terwijl er op de achtergrond een geel kraantje vreedzaam in de grond staat te wroeten. ,,Dit is de eerste machine die tot wel tien uur operationeel is’’, vertelt hij. ,,Dat hebben we niet eerder gezien, dat ondanks de zware werkzaamheden zo’n graafmachine het zo lang kan volhouden. Hij draait op accu’s, die worden opgeladen op een speciaal laadplein.’’
Dat zagen we niet eerder, dat zo’n graaf- machine het zo lang volhoudt – Sjoerd Gijezen
Dat doet al direct denken aan een modern busstation, waar rijen ov-voertuigen ’s nachts stroom staan te tanken. ,,Zo’n laadplein is ingericht voor vijf à zes van dit soort machines’’, klinkt het. En ook de andere zware jongens-op-wielen – zo’n twin- tig stuks – komen aan bod, want er zijn in dit gebied nog meer plekken waar ze elektra kunnen slurpen. Het materiaal is het nieuwste van het nieuwste, want dat hoort erbij. De tankstationnetjes zijn een soort metalen kubussen, met aan beide kanten een dik snoer plus stekker. ,,Per stuk met een 44 kilowatt wissel- stroomaansluiting’’, zo heet dat in het vakjargon. ,,Zo kunnen we ze ’s nachts opladen voor de volgende ochtend. We hebben bij de netbeheerder een verzwaarde stroomaansluiting aangevraagd, want het zijn niet zomaar een paar autootjes die je van elektriciteit voorziet.’’
Kranige krachtpatsers op rupsbanden rollen echter niet zo makkelijk naar zo’n inplug-plek, dus gaat het in dit soort gevallen andersom: de op- laad-apparatuur gaat zelf op pad. Een batterij ter grootte van een klein containertje, met de allesbehalve timide term ‘Big Ass Battery’ op de zijkant, klaart de klus. ,,Ook die wordt ’s nachts opgeladen, en brengen we overdag naar de machines, om ze ter plekke weer van energie te voorzien.’’
Is het A16-kunstje hiermee volledig emissieloos? Gijezen: ,,Nee, want als je ziet wat er hier allemaal rondrijdt, is het niet realistisch om te denken dat álles hier elektrisch gaat. Voor de overige machines gebruiken we biodiesel. Die is gemaakt van plantaardige oliën en restafval van dierlijke vetten. Deze brandstof scheelt zo’n 89 procent koolstofdioxide ten opzichte van fossiele diesel. We hebben hiermee al vele tonnen CO2 bespaard.’’
Publicatie AD.nl, Marcel Potters, 13-12-22
Geïnteresseerd? Benieuwd naar de mogelijkheden? Vraag hier vrijblijvend advies aan.